Cognitieve gedragstherapie
Denken, voelen en doen
Binnen de cognitieve therapie wordt ervan uitgegaan dat de manier waarop we over onszelf, anderen of situaties denken in grote mate bepalend is voor hoe we ons erbij voelen en hoe we ons gedragen. Soms hebben mensen veel negatieve of angstopwekkende gedachten. Die kunnen leiden tot gevoelens van somberheid, angst of boosheid die eigenlijk ‘te’ groot zijn voor de situatie. Men gaat zich er vaak ook naar gedragen: men vermijdt situaties, wordt inactief, eet of drinkt teveel of werkt te hard.
Gedachten veranderen
In cognitieve therapie onderzoekt u samen met de therapeut welke gedachten u precies heeft. Wanneer u samen concludeert dat deze irrationeel zijn, ‘te’ sterk of niet helemaal passend in de situatie, dan leert u technieken aan om de gedachten te veranderen tot meer realistische en passende gedachten. Dit zal van invloed zijn op de de aard van de gevoelens die u ervaart bij de situatie. Deze zullen ook meer reële proporties aannemen. Zo kan de angst voor een bepaalde situatie afnemen van ‘onoverkomelijk’ tot ‘best spannend’.
Gedrag veranderen
Vaak hebben mensen ook vermijdingsgedrag ontwikkeld. Bijvoorbeeld niet meer naar drukke gelegenheden gaan uit angst onwel of afgewezen te worden. Of men gaat tot het uiterste om geen fouten te maken. Ook hierin kunt u samen met uw therapeut verandering brengen (gedragstherapie). Meestal gaat dit stap voor stap, zodat u leert dat de gevreesde situaties niet zullen plaatsvinden. Of dat u datgene waarvan u dacht het niet (aan) te kunnen, wél (aan)kunt.
Cognitieve gedragstherapie is een actieve, doelgerichte therapie. Er worden oefeningen gedaan en u krijgt regelmatig huiswerkopdrachten mee. Soms zal de nadruk meer liggen op het veranderen van gedachten, soms meer op het veranderen van gedrag.
Voor wie?
De laatste twintig jaar hebben vergelijkende onderzoeken uitgewezen dat cognitieve gedragstherapie goed werkt bij allerlei soorten emotionele problematiek, zoals dwangstoornissen, fobieën en paniekstoornissen, alcoholverslaving, depressie, boulimia, psychotische stoornissen, persoonlijkheidsstoornissen, psychosomatische problemen en seksuele problemen.
Behandelingen zijn klacht- of probleemgericht en duren over het algemeen kort. Het gaat vooral over moeilijkheden die nu spelen en veel minder over problemen die in het verleden hebben bestaan. De meeste behandelingen bestaan uit 10 tot 25 bijeenkomsten. Bij wekelijkse of tweewekelijkse bijeenkomsten duurt de therapie gemiddeld een half tot anderhalf jaar. Bij ernstigere problemen neemt het aantal bijeenkomsten uiteraard toe.
Meer informatie kunt u vinden op de website van de VGCt.